62 rode rozen kregen de drie regeringsonderhandelaars (één minister en twee kabinetchefs) van het ‘historisch akkoord’ rond de eenmaking van de statuten in hun handen gedrukt van een vakbondsdelegatie. De carenzdag is afgeschaft en de opzegtermijnen voor arbeiders zijn verlengd en worden gelijk met deze van de bedienden. Maar is dit een reden om de loftrompet af te steken? Is de discriminatie nu afgeschaft? Neen, helaas…
Het meest opvallende aan dit akkoord is dat zij ruimte laat aan sectoren om, mits motivatie, kortere opzegtermijnen toe te passen dan voorzien. Zo zouden bedrijven in de bouwsector niet kunnen concurreren wanneer men de opzegtermijnen van dit akkoord zou toepassen. Een vreemde redenering indien we ervan uitgaan dat een werkgever toch niet de intentie heeft om personeel te ontslaan maar eerder gebaat is met personeel dat een hele loopbaan tewerkgesteld is. Voor een onderneming met een goed personeelsbeleid zou een verlenging van de opzegtermijnen dus geen meerkost mogen zijn. Maar van zodra duidelijk was dat de bouwsector de mogelijkheid had dit akkoord niet te moeten volgen kwam eenzelfde vraag van de textielsector en de sector hout en stoffering. Logischerwijze zullen ook de schoonmaak-sector, de voeding, de kleinhandel, de grafische nijverheid,… dezelfde klaagzang aanvatten. Mogelijks zullen de nieuwe opzegtermijnen voor ong. 500.000 arbeiders niet worden toegepast. De discriminatie is dus nog niet afgeschaft!
Een ander opvallend punt in het akkoord is dat de nieuwe regeling ingaat vanaf 1 jan 2014 maar dat alle bestaande akkoorden, ook de beteren, komen te vervallen. Voor wie ontslagen wordt na 1 jan zal een regeling uitgewerkt worden die rekening houdt met de geldende opzegtermijnen die waren afgesproken voor de dienstjaren vòòr 1 jan 2014 en de gepresteerde periode nà 1 jan 2014. De gemaakte CAO-afspraken uit het verleden in sectoren of op bedrijfsniveau zijn vanaf 1 januari niet meer geldig. In bepaalde sectoren, zoals bv de sector scheikunde, zijn in het verleden de opzegtermijnen voor arbeiders gelijkgesteld aan deze van bedienden. Al veel eerder dan deze regeringsonderhandelaars hebben werknemers en werkgeversvertegenwoordigers in vele ondernemingen het discriminerende onderscheid in opzegtermijnen weggewerkt. In plaats van dit te consolideren en deze CAO-afspraken te laten bestaan zullen ook hier de bedienden en arbeiders tevreden moeten zijn met slechtere opzegtermijnen. De vrijheid van onderhandelen op het niveau van de sector en/of de bedrijven wordt eens te meer aan banden gelegd!
Neen, dit akkoord is een slecht akkoord niet alleen voor de meeste bedienden maar ook voor al wie in een ‘concurrentie-gevoelige’ sector werkt en voor al wie in een bedrijf werkt waar vandaag betere opzegtermijnen zijn afgesproken. Veel redenen om te vieren, laat staan om bloemen af te geven, zijn er niet.